Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van een eigen bed

bed 1

Huisje Daar had veel kamers. Eén van die kamers had een prachtig bed — zacht dekbed, kussens als wolken, en een venster waardoor maanlicht binnenviel. “Is dat mijn kamer?” vroeg Kleine Beer opgewonden.

Harde Beer lachte. “Nee hoor, die is voor logés of voor als er familie komt. Jij slaapt bij mij in het grote bed. Dat is gezelliger.”

Kleine Beer zei niks. Hij wilde geen ruzie. En dus legde hij zijn pyjama op de rand van Harde Beer’s bed.

 

bed 2

Die nacht lag hij stilletjes onder de grote deken. Harde Beer snurkte luid. Kleine Beer keek naar het plafond. Hij kon niet slapen. De kamer voelde te vol, het bed te groot en toch… te krap.

Toen het ochtend werd, was hij moe. “Heb je lekker geslapen?” vroeg Harde Beer.

Kleine Beer knikte maar voelde zich zwaar.

Elke keer als hij kwam logeren, lag zijn pyjama weer klaar in Harde Beer’s kamer. En elke keer keek hij naar dat andere bed. Het mooie bed. Het lege bed.

Bij Zachte Beer, in Huisje Hier, vertelde hij op een dag wat hem dwarszat. “Harde Beer vindt het gezelliger als ik bij hem slaap. Maar ik slaap niet goed.”

Zachte Beer pakte een dekentje en vouwde het op haar schoot. “Wat zou jij willen?”

“Ik wil in mijn eigen kamer. Zoals hier,” zei Kleine Beer.

Zachte Beer glimlachte. “Je mag dat zeggen, weet je? Soms denken grote beren dat iets fijn is voor jou, omdat het dat voor hen is. Maar alleen jij weet wat goed voelt.”

De volgende keer dat hij naar Huisje Daar ging, nam Kleine Beer iets mee: een tekening van een bed met zijn naam erop.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Toen Harde Beer zijn pyjama op het grote bed legde, haalde Kleine Beer de tekening tevoorschijn. “Ik wil liever daar slapen,” zei hij zacht. “In dat mooie bed.”

Harde Beer keek verbaasd. Hij wilde iets zeggen, maar toen keek hij naar de tekening. En zuchtte. “Als jij daar beter slaapt, dan mag dat.”

Die nacht sliep Kleine Beer in het mooie bed. Alleen. En hij sliep heerlijk.

 

bed 1

Want soms is er niets mis met apart slapen — als het je helpt dicht bij jezelf te blijven.

Reflectievragen

  • Waarom moest Kleine Beer in het grote bed van Harde Beer slapen?

  • Hoe voelde hij zich daar?

  • Wat leerde hij van Zachte Beer over zijn eigen keuzes?

  • Wanneer voel jij je fijn in je eigen ruimte?

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van het nieuwe huis

Kleine Beer en het nieuwe huis

Vandaag is een grote dag voor Kleine Beer. Hij gaat voor het eerst naar het Huisje Daar, waar Harde Beer woont. Zijn rugzakje is gepakt en Zachte Beer helpt hem zijn jasje aan te trekken.

“Je mag gewoon jezelf zijn, Kleine Beer,” zegt Zachte Beer zachtjes. “En als je iets moeilijk vindt, mag je het altijd vertellen.”

Kleine Beer knikt. Hij vindt het spannend, een nieuw huis, nieuwe regels… en Harde Beer.

Bij aankomst opent Harde Beer de deur met een brede glimlach. “Welkom Kleine! Kom maar snel binnen, ik heb alles al klaargezet. Je kamer is daar, maar je moet eerst iets zien!”

Huisregels harde Beer

Kleine Beer wordt meteen meegenomen naar de woonkamer waar alles groot en netjes is ingericht. Op de muur hangt een groot bord: ‘HUISREGELS VAN HARDE BEER’. De letters zijn dik en zwart.

“Regel één: vroeg opstaan.

Regel twee: altijd je kamer opruimen.

Regel drie: niet te veel praten tijdens het eten,” leest Harde Beer voor.

“Zo blijft alles rustig en netjes, begrijp je?”

Kleine Beer knikt voorzichtig, maar hij voelt zich een beetje klein in het grote huis. Hij mist de knusse hoekjes en zachte dekens van Huisje Hier.

Later die dag zitten ze samen aan tafel. Harde Beer heeft een schema gemaakt voor het weekend. “Zaterdag: schoonmaken en klusjes. Zondag: een wandeling van precies anderhalf uur. Goed gepland, hè?”

“Maar… kunnen we ook gewoon tekenen of een hut bouwen?” vraagt Kleine Beer voorzichtig.

“Misschien later,” zegt Harde Beer. “We houden het hier graag gestructureerd.”

Wanneer Kleine Beer ’s avonds terugkeert naar Huisje Hier, kruipt hij dicht tegen Zachte Beer aan op de bank.

“En, hoe was het bij Harde Beer?” vraagt Zachte Beer terwijl hij een dekentje over hen heen legt.

“Het huis is groot… en stil,” zegt Kleine Beer. “En er zijn veel regels. Ik wist niet goed waar ik mocht spelen of wat ik moest zeggen.”

Zachte Beer knikt en strijkt over zijn rug. “Dat is moeilijk, hè. Het is normaal dat je tijd nodig hebt om je plek te vinden in een nieuw huis. Maar weet je wat helpt? Kleine beetjes van jezelf meenemen. Je eigen spelletjes, je verhalen, jouw manier van zijn. Dan wordt dat huis ook een beetje van jou.”

Kleine Beer denkt na. “Mag ik de volgende keer mijn knuffel mee?”

“Dat lijkt me een prachtig begin,” zegt Zachte Beer met een glimlach.

 


Reflectievragen:

  • Hoe voelde Kleine Beer zich in het nieuwe huis van Harde Beer?

  • Wat denk je van de regels van Harde Beer? Zou jij je daar fijn bij voelen?

  • Wat bedoelde Zachte Beer met ‘kleine beetjes van jezelf meenemen’?

  • Wat helpt jou als je ergens nieuw bent?