
Het verhaal van het gescheurde boek
Op een regenachtige middag zit Kleine Beer in Huisje Daar bij Harde Beer. De dikke regendruppels tikken tegen het raam en Kleine Beer verveelt zich.
“Wat gaan we doen, Harde Beer?” vraagt hij.
Harde Beer bladert door zijn boekenkast en trekt een prachtig oud boek tevoorschijn. “Hier, dit is een geweldig boek! Je mag het lezen, maar wees er heel voorzichtig mee, want het is zeldzaam.”
Kleine Beer neemt het boek voorzichtig aan. Het heeft een leren kaft en glimmende gouden letters op de voorkant. Hij voelt zich trots dat Harde Beer hem vertrouwt met zo’n bijzonder boek.
Hij nestelt zich in een hoekje en begint te lezen. Het is een spannend verhaal over een dappere ridder en een draak. Hij slaat snel de bladzijden om, helemaal in het verhaal verzonken. Maar dan gebeurt het…
Krraaaak!
Kleine Beer schrikt. Hij kijkt naar het boek in zijn poten en ziet tot zijn schrik dat een van de bladzijden is gescheurd! Zijn hart bonkt in zijn borst. Wat moet hij doen? Harde Beer had gezegd dat het boek zeldzaam was.
Misschien merkt Harde Beer het niet als hij het boek snel teruglegt? Maar dat voelt niet goed… Toch durft hij het niet te vertellen. Hij blijft zitten, alsof hij in een steen is veranderd.
Een tijdje later komt Harde Beer binnen. “En? Hoe vond je het boek?”
Kleine Beer slikt en schuift het boek langzaam terug naar Harde Beer. “Het was heel mooi,” zegt hij zachtjes.
Harde Beer pakt het boek op en bladert erdoorheen. Opeens blijft hij stil staan. Zijn ogen vernauwen zich.
“Kleine Beer… heb jij deze bladzijde gescheurd?”
Kleine Beers hart bonkt nog harder. “Eh… misschien een beetje per ongeluk…” fluistert hij.
Harde Beer fronst en slaat zijn armen over elkaar. “Per ongeluk? Je moet beter opletten, Kleine! Dit is een kostbaar boek en jij maakt het kapot!”
Kleine Beer voelt tranen in zijn ogen prikken. Hij had het niet expres gedaan…
Hij rent naar buiten, de regen in, en loopt snel naar Huisje Hier, waar Zachte Beer net thee aan het zetten is.
Zachte Beer ziet meteen dat Kleine Beer verdrietig is. “Wat is er, Kleine Beer?” vraagt zij zachtjes.

Kleine Beer haalt diep adem en vertelt over het boek en hoe hij een bladzijde had gescheurd. “Harde Beer werd boos… en nu voel ik me heel stom.”
Zachte Beer zet een warme mok thee voor Kleine Beer neer en knielt bij hem neer. “Weet je, iedereen maakt weleens een fout, Kleine Beer. Dat betekent niet dat jij stom bent.”
Kleine Beer snuift. “Maar het was een speciaal boek… En nu is het kapot.”
“Misschien is het beschadigd, maar dat betekent niet dat het onherstelbaar is,” glimlacht Zachte Beer. Hij loopt naar een kast en haalt een rolletje plakband tevoorschijn.
Voorzichtig pakt hij een oud boek uit zijn eigen kast, dat hier en daar wat plakbandrandjes heeft. “Zie je? Boeken kunnen gerepareerd worden. Net als fouten.”
Kleine Beer kijkt verbaasd. “Dus… ik kan het goedmaken?”
“Tuurlijk,” knikt Zachte Beer. “En het helpt als je eerlijk vertelt dat je het niet expres hebt gedaan.”
Met een klein beetje meer moed loopt Kleine Beer terug naar Huisje Daar. Harde Beer zit nog steeds met het boek in zijn poot.
“Harde Beer…” begint Kleine Beer voorzichtig. “Het spijt me echt dat ik de bladzijde heb gescheurd. Ik had beter moeten opletten. Maar… misschien kunnen we het samen repareren?”
Harde Beer bromt iets onverstaanbaars, maar kijkt naar de plakbandrol in Kleine Beers poot. Na een ongemakkelijke stilte volgt “Nou ja… vooruit dan maar, als jij het doet,”. Uiteindelijk.
Voorzichtig plakt Kleine Beer de bladzijde weer vast. Het boek is niet meer perfect, maar het verhaal is nog steeds hetzelfde.
Kleine Beer voelt zich opgelucht. Hij heeft geleerd dat eerlijk zijn belangrijker is dan bang zijn voor fouten. En dat zelfs gescheurde dingen, net als gevoelens, altijd een beetje te repareren zijn, ook als hij het alleen moet doen.