Op woensdagmiddag speelde Kleine Beer bij Harde Beer in Huisje Daar. Het huis was groot, met veel kamers. In de keuken stonden nog vieze kopjes van gisteren, in de gang lagen oude schoenen, en in de slaapkamer lag een berg wasgoed. Maar de leefruimte — daar waar Harde Beer zat in zijn grote stoel — die was altijd helemaal netjes. Alles stond recht, geen speelgoed op de vloer, geen kruimel op tafel.
Onder de trap, net naast die leefruimte, was een klein hokje. Daar moesten alle spullen van Kleine Beer in. Zijn boekjes, zijn gekleurde auto’s, zijn knuffel Theo, en zelfs een trui die hij ooit van Zachte Beer had gekregen.
“Waarom moeten mijn spullen altijd in dat hokje?” vroeg Kleine Beer zachtjes.
“Zo blijft het netjes waar ik zit,” antwoordde Harde Beer terwijl hij een vlek van de tafel poetste. “Iedereen heeft zijn plek.”
Maar voor Kleine Beer voelde het hokje niet als een fijne plek. Het was klein, een beetje donker, en het leek alsof hij daar niet alleen zijn speelgoed, maar ook zichzelf moest verstoppen. Bij Harde Beer deed hij altijd een beetje rustiger, stelde hij minder vragen, en probeerde hij te zijn zoals Harde Beer dat graag wilde.
Die avond kroop hij samen met Theo in het hokje. Het rook er naar karton en oude spullen. “Voel jij je hier ook klein?” fluisterde Kleine Beer.
Theo zei niets, maar knikte vanbinnen. Zoals knuffels dat doen.
Toen kreeg Kleine Beer een idee. Hij sloop naar de kast, pakte een zacht kussentje uit de logeerkamer, en vond in de keuken een klein nachtlampje. Hij bracht ze naar het hokje. Daarna schreef hij op een stuk papier met dikke letters: “Plekje van Kleine Beer”. Hij plakte het briefje trots op de deur.
De volgende ochtend liep Harde Beer erlangs. Hij keek naar het briefje en zei niets. Hij keek naar binnen, zag het kussentje en het lampje, en haalde zijn schouders op.
Maar voor Kleine Beer was er iets veranderd. Het hokje was nu van hem. Een plek waar hij mocht zijn wie hij was. Tussen zijn eigen spullen, met zijn eigen lichtje. Niet omdat het moest, maar omdat hij het zo wilde.
Reflectievragen
Waarom wil Harde Beer alleen de leefruimte netjes houden?
Wat veranderde er voor Kleine Beer toen hij het hokje zelf inrichtte?
Heb jij ook een eigen plekje waar jij je fijn voelt? Wat maakt dat plekje speciaal?
