Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de honingpot

Harde Beer wordt boos

De verdwenen honingpot

Harde Beer wordt boos

In Huisje Hier wonen Zachte Beer, Harde Beer en Kleine Beer samen. Het is een gewone ochtend en de zon schijnt door het raam terwijl Kleine Beer aan de tafel zit met een kommetje havermout.

“Waar is mijn honingpot?!” brult Harde Beer plotseling vanuit de keuken.

Kleine Beer schrikt en kijkt naar Zachte Beer, die rustig zijn thee inschenkt.

“Welke honingpot bedoel je, Harde Beer?” vraagt Zachte Beer kalm.

“De grote! De lekkerste! Ik had hem gisteren nog!” Harde Beer loopt stampvoetend de kamer in en kijkt beschuldigend rond. “Iemand heeft hem weggehaald!”

Kleine Beer schuift ongemakkelijk op zijn stoel. Hij vindt het niet fijn als Harde Beer zo boos is.

“Misschien hebben we hem al opgemaakt?” stelt Zachte Beer voor.

“Onzin!” snauwt Harde Beer. “Jij ruimt altijd alles op! Wedden dat jij hem ergens hebt verstopt?”

Kleine Beer kijkt gespannen naar Zachte Beer. Hij weet dat Zachte Beer nooit dingen zomaar verstopt.

“Ik verstop niets, Harde Beer,” zegt Zachte Beer geduldig. “Misschien kunnen we samen even kijken?”

“Ik weet al genoeg!” gromt Harde Beer. “Jij doet altijd zo verstandig, maar ondertussen haal je gewoon mijn spullen weg!”

Kleine Beer krimpt in elkaar en kijkt naar Zachte Beer, die even naar hem knipoogt.

“Kom, Kleine Beer,” zegt Zachte Beer zachtjes. “Wil je me helpen met de was opvouwen?”

Kleine Beer knikt opgelucht en volgt Zachte Beer naar een andere kamer, weg van het boze gestamp van Harde Beer. Terwijl ze samen de handdoeken vouwen, hoort Kleine Beer Harde Beer nog steeds mopperen.

“Waarom is Harde Beer zo boos?” fluistert Kleine Beer.

Zachte Beer zucht en strijkt een vouw glad. “Soms, Kleine Beer, worden beren boos om kleine dingen, vooral als ze denken dat ze de controle verliezen. Maar dat is niet jouw schuld.”

Kleine Beer knikt. Hij voelt zich veiliger bij Zachte Beer.

Even later klinkt een harde plof vanuit de keuken.

“Ah, hier is mijn honingpot!” bromt Harde Beer.

Zachte Beer en Kleine Beer kijken de keuken in en zien de honingpot achter een stapel borden staan.

Kleine Beer kijkt naar Zachte Beer, die niet boos of triomfantelijk kijkt, alleen maar zacht glimlacht.

Harde Beer schraapt zijn keel. “Nou, dan eet ik nu mijn honing.”

Kleine Beer kijkt naar Zachte Beer. “Hij zegt geen sorry,” fluistert hij.

Zachte Beer knikt. “Sommige beren zeggen niet snel sorry. Maar wij weten hoe het echt zat, toch?”

Kleine Beer glimlacht en vouwt de laatste handdoek op. Hij weet dat hij veilig is bij Zachte Beer, zelfs als Harde Beer moppert over honing.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *